Gepubliceerd op 30 mei 2017 in Argus, jaargang 1, nummer 7.
Toegegeven, het verschil tussen een kermisact en aanstekelijk amusement was gevaarlijk klein. Toch herinner ik me dat ik onmiddellijk rechtop schoot, toen ik ze voor het eerst zag optreden. Dat was in Showroom, het roemruchte programma dat Jan Fillekers en Henk van der Horst rond 1980 voor de NCRV maakten. Vooral hun dirigent, een klein paddestoelachtig mannetje met een spraakgebrek dat er niet om loog, imponeerde dwars door het beeld heen.
Ik keek naar het Groot Walenburgs Vuilharmonisch Orkest, louter bestaande uit daklozen, die in hun eigen habitat Walenburg de afgedankte instrumenten van een harmonie bespeelden zonder ook maar één noot machtig te zijn.
Onder het motto ‘Het geeft niet wat je speelt, hoe je speelt, áls je maar speelt!’ produceerden ze een kakofonie aan geluiden, met een embouchure waar menig fanfare-korps jaloers opz ou zijn.
Ze hadden er ook nog de originele uniformjasjes bij aan!
Hun eigenzinnige directeur Willen te Pas – “Als ik hier weg ben, komt er een doctorandus van de gemeente” – frequenteerde net als ik café de zeepost en bleek de grote initiator te zijn van dit absurde ensemble.
Geheel vanuit zijn eigen therapeutische opvattingen had hij alle instrumenten op een hoop gegooid en de bewoners aangezet tot musiceren. Zelf zong hij met een gitaar de melodie, waarbij de tekst beperkt werd tot la-la-la.
En daar aan de toog was het dat ik Willem porde voor de eerste single van het Groot Vuilharmonisch Walenburgs Orkest: La la la la la la la, melodie: Stars and Stripes forever.
De formule was simpel: we voegden twee blazers, een bas en een slagwerk toe en het werd nog muzikaal ook! Het plaatsje was een eclatant succes, niet in het minst door hun onnavolgbare dirigent Harm van Ruth, zoals alle Walenburgers een man met een zwaar verleden. Harm bleek een natuurtalent, zoals hij met zijn flux de bouche volmaakte onzin de zaal in slingerde. Hun charisma deed de rest.

Na de single produceerden we een elpee: Groot Walenburgs Vuilharmonisch Orkest Volume 1, met een hoesfoto van Paul Hug, waarop Harm stijleigen poseerde in een rokkostuum. Het circus explodeerde tot in Carré toe!
Een memorabel hoogtepunt was de Frank Kramer Show van de Vara, waar Harm aldoor in de verkeerde camera keek. De floormanager loste dit briljant op door de filmende cameraman een aandachttrekkend glas bier in zijn hand te geven, waarna het een feilloze registratie werd. Ik zat achter het slagwerk en heb nog lang de opmerking moeten slikken: “Wat speelt u in een leuk orkest!”
In Hilversum jubileerde een schoonmaakbedrijf en de directeur vond het een ludiek idee het Walenburgs Vuilharmonisch Orkest tijdens de receptie te laten optreden. Na afloop riep de jubilaris enthousiast: “Als de heren iets willen eten?” Binnen tien minuten was het buffet volledig geplunderd, alle kippenpootjes en kazen hadden ze in hun zak gestoken en van de haring was enkel ui over.